Legionellose (veteranenziekte - pontiac fever)
Veroorzaker
Legionella pneumophila. Dit is een gram negatieve bacterie die voorkomt in vochtige bodems en water en die groeit bij temperaturen tussen de 20 en 50 °C. We verwijzen naar de richtlijnen uitgegeven door Zorg en Gezondheid (https://www.zorg-en-gezondheid.be/sites/default/files/atoms/files/Richtlijn%20Legionella.pdf)
Samenvatting richtlijn Zorg en Gezondheid
Kliniek |
Pneumonie. Bij 60% ook neuropsychologische stoornissen. Pontiac-koorts: acuut griepachtig beeld zonder longontsteking (koude rillingen, hoofd-, en spierpijn, malaise). |
Diagnose |
Legionella antigen op urine (enkel L. pneumophila serogroep 1); Steeds PCR en cultuur op respiratoire stalen (Nationaal Referentie Centrum); Serologie (met opvolgstaal na 6 weken). |
Incubatieperiode |
Pneumonie: gemiddeld 5 dagen (2 tot 19 dagen); Pontiac-koorts: 36 tot 48 uur. |
Besmettelijke periode |
Niet overdraagbaar van persoon op persoon. |
Reservoir |
Hoofdzakelijk waterige milieus (bv. waterleidingsystemen met biofilmvorming). |
Besmettingsweg |
Hoofdzakelijk aerosolproducerende systemen, zoals koeltorens, douches, whirlpools, luchtbevochtigers enz. |
Risicogroepen |
Persoonsgebonden risicofactoren voor Legionella-pneumonie: roken, oudere leeftijd, mannelijk geslacht, onderliggend (long)lijden. Beroepsgerelateerde expositie. |
Er wordt aangeraden om extra alert te zijn bij patiënten die symptomen vertonen van pneumonie en die woonachitg of werkzaam zijn rond de Gentse haven.
Diagnostiek bij Labo CRI
Bij klinisch vermoeden van legionellose gebeurt de labodiagnostiek bij voorkeur door detectie van het legionella-antigen in urine, gezien dit snel aanwezig is (vanaf dag 3 van de symptomen), en snel kan bepaald worden. De antigentest detecteert enkel legionella van serogroep 1 (verwekker van huidige epidemie). De specificiteit van de test is bijna 100%. Labo CRI voert deze test niet zelf uit, maar stuurt de stalen door naar het Universitair Ziekenhuis (UZ) te Gent. Het UZ Gent voert de test uit tussen 8 – 19 u. In geval van een dringend staal raden wij u aan contact op te nemen met het labo. In geval van een positief staal wordt u zo snel mogelijk telefonisch gecontacteerd.
Behandeling
Bij sterk vermoeden of zekerheid van een infectie wordt een behandeling opgestart met een fluoroquinolone (ciprofloxacine, levofloxacine of moxifloxacine). Deze worden verkozen boven een behandeling met neomacrolides of azithromycine.